maandag 28 februari 2011

Terugblik op 2010: Samen met een hedgefund-manager beleggen

Beste lezer,

In mijn artikel over Technische Analyse vertelde ik dat ik had gehandeld in het aandeel Ensco International (ESV). Ensco heeft boorplatformen (rigs) die ze over de hele wereld verhuren. Het bedrijf kwam ik tegen in 2009 toen het een koers/winstverhouding (k/w-verhouding) had van nog geen 5. Dit kwam doordat op de top van de markt in 2007 de markt voor boorplatformen bijzonder krap was waardoor de klanten van Ensco dure contracten sloten die tot in 2008 liepen. Vandaar de hoge winst over het jaar 2008 en de lage k/w-verhouding in 2009.

Een cyclisch bedrijf als Ensco zou natuurlijk in de jaren na 2008 veel lagere winsten behalen voordat deze weer richting de recordwinst gaan. Het bedrijf noteerde in 2009 echter ook niet heel ver van zijn eigen vermogen per aandeel. Dit terwijl Ensco regelmatig een oud boorplatform verkoopt en daar dan een boekwinst op maakt van soms 50% van de boekwaarde. Kortom, redenen genoeg voor mij om vanaf augustus 2009 in Ensco te handelen.

Deepwater Horizon oil spill

Tot april 2010 steeg het aandeel van ± $38 tot ± $52, een winst van 36%.  Maar daar kwam verandering in toen op 20 april 2010 het boorplatform Deepwater Horizon van de concurrent Transocean ontplofte. Het aandeel daalde daarna doordat boorprojecten in de Golf van Mexico werden stopgezet, er geen nieuwe vergunningen tot boren werden verleend en de verzekeringen voor boorplatformen waarschijnlijk zouden stijgen. Ook al had Ensco niks met de ramp te maken, de gevolgen ervan zou ook Ensco treffen.

Value investors

Als een bedrijf of een hele sector in het nieuws staat dan kan je er donder op zeggen dat ze de aandacht trekken van beleggers. Internet-gerelateerde bedrijven trokken eind jaren negentig de aandacht van growth-beleggers die op zoek waren naar succesverhalen en de oliesector kreeg de aandacht van value-beleggers die op zoek waren naar aandelen die gewaardeerd werden alsof morgen de zon niet meer op zou komen.

David Einhorn

Dit gebeurde ook bij Ensco. In het tweede kwartaal van 2010 maakte hedgefund Greenlight Capital dan ook bekend dat ze een positie hadden opgebouwd. De manager van Greenlight, David Einhorn heeft een uitzonderlijke performance achter zijn naam staan met een jaarlijks rendement van 22% sinds 1996 en ik ben dan ook blij dat hij long in Ensco zit. Einhorn is namelijk een fondsmanager die ook short in aandelen zit. In juli 2007 ging hij short in Lehman Brothers, in september 2008 was de bank failliet.

Maar goed, Einhorn zit long en legt zijn positie ook uit in zijn shareholders letter van 16 juli 2010:

Ensco plc (ESV) is an offshore contract oil drilling company operating a large fleet of shallow water jack-up rigs and a small but new fleet of deep water rigs. The Deepwater Horizon oil spill and resulting 6-month drilling moratorium in the Gulf of Mexico caused significant share price declines throughout the sector. ESV was not involved in the horrible accident, which should not materially impact the company's long-term potential. ESV has approximately $7 per share in net cash and a tangible book value of $37.50 per share. The shallow water drilling business, which is unaffected by the drilling moratorium, generates $4.00 per share in unlevered mid-cycle earnings and $8.00 per share in peak earnings. At the Partnerships' average cost of $39.41 per share, we appear to be getting the shallow water fleet at a low value and the deepwater fleet (in which ESV has thus far invested over $15 per share to build and should add $2.00 and $4.00 to mid-cycle and peak EPS respectively) for free. 


Bevestiging

Als belegger zoek ik altijd naar bevestiging dat ik de waarde van bedrijven enigszins goed heb berekend. Hierbij kunnen de acties van ervaren beleggers bij helpen maar ze hoeven niks te garanderen.

Look-a-like

Ensco lijkt veel op een ander bedrijf in mijn portefeuille, namelijk Tidewater (TDW). Tidewater is ook actief in de oliesector en heeft dus ook een klap gekregen van de olieramp. Het heeft echter geen boorplatformen maar (bevoorradings)schepen. Toevallig lag er net een schip van Tidewater naast de Deepwater Horizon ten tijde van de ramp waardoor de meeste werknemers van het boorplatform gered konden worden.

In tegenstelling tot bij Ensco is er bij Tidewater geen value-belegger gaan kopen na de ramp. Heel erg is dat niet. Het aandeel is harder gestegen dan Ensco en komt steeds dichter bij mijn koersdoel.

Als laatste wil ik in dit artikel een website meegeven. Op www.gurufocus.com kan je erachter komen welke value-beleggers in welke aandelen beleggen. Ik gebruik de site voor ideeën en informatie maar er staan ook goede columns op.

Met vriendelijke groet,

Jaap van Duijn

PS. De situatie rond Ensco is de afgelopen tijd behoorlijk veranderd omdat ze een overname bekend hebben gemaakt. Wat hiervan de gevolgen zijn voor de waardering zal in een ander artikel terugkomen.

Disclosure:

Zowel in Ensco als in Tidewater heb ik een long-positie. Dit artikel heb ik geschreven om mijn redenering achter een aankoop te openbaren. Het is geen advies.

donderdag 24 februari 2011

Terugblik op 2010: De performance van een bedrijf meten

Beste lezer,

In dit artikel zal ik het hebben over het meten van de performance van verschillende bedrijven waaronder de verzekeraars HCC Insurance Holdings (HCC) en ProAssurance Corp (PRA). Beiden hebben een mooie track record. Waaruit blijkt dat?

Berkshire Hathaway

Ook nu kunnen we ons weer wenden naar Warren Buffet. Zo vertelde hij in het jaarverslag van Berkshire over 2009 hoe hij zijn performance meet:
The ideal standard for measuring our yearly progress would be the change in Berkshire’s per-share intrinsic value. Alas, that value cannot be calculated with anything close to precision, so we instead use a crude proxy for it: per-share book value. Relying on this yardstick has its shortcomings. Additionally, book value at most companies understates intrinsic value, and that is certainly the case at Berkshire. In aggregate, our business are worth considerably more than the values at which they are carried on our books. Even so, Charlie and I believe that our book value - understated though it is - supplies the most useful tracking device for changes in intrinsic value.


Book value per share (Eigen vermogen per aandeel/BVPS)


HCC en ProAssurance laten een gezonde groei zien van het eigen vermogen per aandeel over de afgelopen jaren. Sinds 2000 is de BVPS bij HCC gestegen met gemiddeld 16,18% per jaar en bij ProAssurance met 14,77%. Het interessante is dat deze verzekeraars niet te lijden hebben gehad onder de kredietcrisis. In de afgelopen 3 jaar steeg de BVPS bij HCC met gemiddeld 11,95% per jaar en bij ProAssurance met 16,59%.


Return on Equity (Rendement op het eigen vermogen/ROE)


Alles goed en wel die stijgingen van het eigen vermogen, maar uiteindelijk draait het ook om het rendement op het eigen vermogen. Als dat bijvoorbeeld maar 1% bedraagt dan kan je beter het eigenvermogen op een spaarrekening zetten, dat levert meer op. Gelukkig presteren HCC en ProAssurance heel wat beter dan een spaarrekening. De ROE van de afgelopen 5 jaar bedraagt gemiddeld 14,3% per jaar voor HCC en 13,5% voor ProAssurance.


Bedreiging en zwakte


Helaas zijn er altijd factoren en risico's binnen een bedrijf waardoor een belegging toch niet zo goed uit kan pakken als je dacht. Verzekeraars zijn bijvoorbeeld kwetsbaar voor inflatie. Niet alleen omdat premie's nu worden betaald en de claims later worden uitbetaald maar ook omdat verzekeraars beleggen in obligaties. Indien deze langlopend zijn dan kunnen die volatiel reageren op renteveranderingen. HCC en ProAssurance hebben beiden een groot deel van hun investments gestoken in obligaties. De looptijd is echter niet heel lang. Waar wel op gelet dient te worden zijn de verliezen op de investments. Beiden hebben grote posities in de zogenaamde municipal bonds, obligaties van Amerikaanse staten en steden. Nu is niet elke staat en stad failliet in de VS maar de verwachting is dat een behoorlijk percentage niet aan zijn verplichtingen kan voldoen in de komende jaren. Het is dus belangrijk om elk kwartaal te kijken naar de verliezen op deze investments (ook goed om te weten is dat zulke verliezen in US Gaap sneller aan het licht komen dan bij IFRS).


Portefeuille


Zowel HCC als ProAssurance heb ik in februari 2010 gekocht voor net iets minder dan het eigen vermogen per aandeel van 31-12-09 en sindsdien maken ze deel uit van mijn portefeuille. Het eigen vermogen per aandeel is bij HCC met 7,9% gegroeid in 2010 en bij ProAssurance met 14,8%. De ROE van HCC respectievelijk ProAssurance bedroeg 10,9% en 13%. Mijn verwachting is dat, zolang beide bedrijven presteren zoals ze dat ook over de afgelopen jaren hebben gedaan, er een premie boven het eigen vermogen per aandeel betaald dient te worden onder normale marktomstandigheden. De huidige koersen zijn voor mij dan ook nog geen reden om te verkopen.


Met vriendelijke groet,


Jaap van Duijn


Disclosure:


Zowel in HCC als in ProAssurance heb ik een long-positie. Dit artikel heb ik geschreven om mijn redenering achter de aankoop te openbaren. Het is geen advies.


  

maandag 21 februari 2011

Terugblik op 2010: De cigar butt van de Nederlandse beurs

Beste lezer,

Voordat ik jullie over mijn enige Nederlandse belegging van 2010 ga vertellen wil ik eerst zeker zijn dat jullie het begrip  cigar butt kennen. Het beste kan ik in dit geval Buffet citeren:

If you buy a stock at a sufficiently low price, there wil usually be some hiccup in the fortunes of the business that gives you a chance to unload at a decent profit, even though the long-term performance of the business may be terrible. I call this the "cigar butt" approach to investing. A cigar butt found on the street that has only one puff left in it may not offer much of a smoke, but the "bargain purchase" will make that puff all profit.


Fornix BioSciences NV

In januari 2010 bevond Fornix zich in een benarde positie. Hun allergie medicijn Oralgen had na een jarenlang conflict nog steeds geen goedkeuring van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen gekregen en dit besluit zou uitgevochten worden voor de rechter. Het medicijn was echter al jaren op de markt verkrijgbaar en zou nog tot halverwege 2012 verkocht en vergoed worden. Oralgen was in de praktijk geslaagd, het marktaandeel was enorm en de financiën van Fornix waren ook op orde. Er waren geen lange termijn schulden en de winstgevendheid was uitstekend.

Na het lezen van verschillende jaarverslagen en analistenrapporten en het maken van een berekening van de waarde van het bedrijf kwam ik tot de conclusie dat de financiële positie, de medische hulpmiddelendivisie en de tot halverwege 2012 functionerende en zeer winstgevende allergie-divisie een aankoopprijs van €8 en misschien meer zou rechtvaardigen. Mocht de rechter Oralgen goedkeuren dan zou het pas echt leuk worden.

Op 25 januari kocht ik de aandelen tegen €7,96 per aandeel. Helaas werd een maand later het beroep bij de rechter ongegrond verklaard. Ik heb toen niet verkocht omdat er steeds meer informatie beschikbaar kwam over de financiële positie van Fornix en een verkoop van de allergiedivisie. In april/mei kregen we een superdividend van €3,00 en werd de verkoop bekendgemaakt.

Mijn geïnvesteerd vermogen bedroeg daarna €4,96 per aandeel. Uit het halfjaarrapport kon je opmaken dat er na de verkoop €4,70 per aandeel aan cash op de balans zou staan en dat de voortgezette activiteiten een winst over het tweede halfjaar zou maken van €0,5 mln. Hiermee kon ik de volgende berekening maken:

Geïnvesteerd vermogen - cash = €0,26 per aandeel
€0,26 maal aantal uitstaande aandelen = €2 mln
€2 mln delen door €1 mln (€0,5 mln winst per halfjaar maakt €1 mln per jaar) = 2 keer de winst van de voortgezette activiteiten.

Als de voortgezette activiteiten gewaardeerd zouden worden voor 2 keer de winst dan zou ik quitte draaien. Na een half jaar was dus duidelijk dat Fornix meer waard was dan ik ervoor had betaald.

In januari 2011 heb ik de aandelen verkocht. Het is nu bekend wat de overgebleven activiteiten opbrengen en wat daarna overblijft is een lege holding. Aangezien het mij niet duidelijk is hoe P.P. de Vries (Value8) voor meer rendement gaat zorgen voor de huidige aandeelhouders heb ik verkocht. Mijn rendement op Fornix bedraagt 15%. Niet slecht voor een bedrijf zonder toekomst.

Met vriendelijke groet,

Jaap van Duijn

vrijdag 18 februari 2011

Terugblik op 2010: Technische analyse

Beste lezer,

In november 2009 werd ik op de Dag van de Belegger geïnterviewd over mijn beleggingsstrategie. Mijn precieze woorden waren: Wat ik eerst doe is op basis van fundamentele analyse de aandelen kiezen waarin ik ga beleggen. Daarna ga ik op basis van technische analyse kopen en verkopen.

Deze strategie heb ik niet zelf verzonnen, het valt te lezen in het boek Rule #1 van Phil Town. De titel van het boek verwijst naar een gezegde van Warren Buffet. Rule #1 is don't lose money, Rule #2 is don't forget rule #1.

Het boek is een aanrader voor de beginnende belegger. Het is een eenvoudige manier om enige kennis over fundamentele en technische analyse op te doen. Echter, de technische analyse die ik uit het boek leerde en waarover ik het in het interview over had, heb ik voor het laatst in januari 2010 toegepast.

Op 5 januari 2010 kocht ik aandelen Ensco International Inc. tegen een koers van $43.11. 17 dagen later verkocht ik dezelfde aandelen tegen een koers van $41.99. Een verlies voor transactiekosten van 2,6%.

Dit verlies lijkt klein maar als je je voorstelt dat zulke transacties regelmatig met verschillende bedrijven voorkwamen dan kan het neerkomen op een 'death by a thousand cuts'. Bovendien moeten we de transactiekosten niet vergeten. Toen ik als 'kleine' klant in december 2009 een fles wijn van de bank kreeg wist ik zeker dat ik teveel betaalde. In januari ben ik gaan rekenen en kwam tot de conclusie dat alleen de transactiekosten mij in 2009 5-10% rendement hadden gekost. Ensco was het laatste bedrijf waarmee ik op basis van de technische analyse uit het boek heb gehandeld. Ik heb ook geen fles wijn meer ontvangen in december 2010.

Technische analyse

Technische analyse uit Rule #1 komt ongeveer hier op neer. Je kijkt naar 3 technische signalen en als deze alledrie op groen komen te staan dan koop je, staan ze op rood dan verkoop je. De praktijk leert dat de signalen op groen gaan als een aandeel (een beetje) stijgt en op rood als het aandeel daalt (afijn, eigenlijk kan je dat ook uit de theorie halen want het zijn allemaal wiskundige formules). De gedachte is namelijk dat aandelen die een gezonde/sterke stijging laten zien nog verder zullen stijgen en dat de aandelen die een zwakte laten zien later verder zullen dalen.

Uit het boek kan je leren om een schatting te maken wat een bedrijf waard is. Als je tegen een korting het aandeel kan kopen dan is dat prachtig. Maar! Als de markt negatief is dan maakt het niet uit dat het bedrijf twee keer zoveel waard is als de beurswaarde, het aandeel kan nog altijd halveren. Redeneren dat een aandeel zo laag staat dat hij niet verder kan dalen is pertinent onjuist.

Het boek wilde je beschermen tegen dalingen van bijvoorbeeld 50%. Hier kunnen mensen meestal niet zo goed tegen. De beste reactie op een daling is echter niet verkopen. Stel je voor: je houdt van big mac's. Als ze €2 zouden kosten dan koop je ze, je vindt dat ze €2 waard zijn. Ze kosten echter €1. Prachtig. Nu daalt de prijs naar €0,50. Ga je dan meer of minder big mac's kopen?

Het beste kan je nogmaals naar je berekening van de waarde van het bedrijf kijken. Als je dan tot de conclusie bent gekomen dat de berekening nog steeds klopt dan zijn er twee mogelijkheden. Wachten (1) of bijkopen en wachten(2). Het geld wat je er namelijk op dat moment in stopt zal verviervoudigen als de berekening juist blijkt te zijn.

Be fearful when others are greedy. Be greedy when others are fearful.

Met vriendelijke groet,

Jaap van Duijn

P.S. In maart 2010 kwam nog een boek van Phil Town uit. Hierin werd technische analyse weggelaten. Misschien dat hij ook een fles wijn van de bank had gekregen.

maandag 14 februari 2011

Welkom

Beste lezer,

Dit is het eerste artikel van mijn weblog. Als eerste wil ik het doel ervan voor jullie (en eigenlijk ook voor mezelf) duidelijk verwoorden.

Ik besteed veel tijd aan een hobby: beleggen. Dit komt neer op het luisteren van earnings calls en het lezen van boeken, (nieuws)websites, kranten en jaar- en kwartaalverslagen. Op basis van al die informatie koop ik aandelen in bedrijven.

Er zit echter een keerzijde aan het in je eentje bestuderen van bedrijven. Je kan je namelijk laten meeslepen door (positieve) verhalen waardoor emoties mee gaan spelen en je niet rationeel denkt. Een mening van iemand anders kan dan helpen.

Ook kan het goed zijn als je, voordat je een beslissing over een bedrijf neemt, de pro's en contra's ervan opschrijft. Helaas doe ik dit niet altijd maar als ik nu over een bedrijf wil schrijven dan is het noodzakelijk om een overzichtelijke analyse te maken.

Hiermee heb ik al twee doelen van het weblog geformuleerd. Namelijk het schrijven over beleggingsideeën(1) en het krijgen van kritiek op mijn geschreven gedachten/artikelen(2). Maar er is nog een derde en dat is het kijken in een achteruitkijkspiegel. Ik wil in ieder geval jaarlijks en misschien wel ieder kwartaal terugblikken op mijn portefeuille om na te gaan welke fouten ik waar heb gemaakt om daarvan te leren.

Maar genoeg over mezelf. Wat heeft de lezer aan deze weblog? Behalve dat anderen van mijn fouten kunnen leren (dat is veel goedkoper trouwens), kan het voor andere beleggers ook interessant zijn om de beleggingsoverwegingen van een collega te kennen. Ook voor personen die niets hebben met beleggen maar juist geïnteresseerd zijn in accounting, marketing, macro-economie of recht zal er voldoende aan bod komen. Vraag, reageer, geef commentaar zoveel als je wilt.

Ik hoop dat ik jullie, de lezers, iets kan bieden dat jullie interessant vinden en dat ons allen kan helpen.

Met vriendelijke groet,

Jaap van Duijn