woensdag 20 april 2011

Even terugkomen op goud

Beste lezer,

Drie weken geleden probeerde ik de vraag te beantwoorden: Waarom (geen) goud? Beleggers denken nogal verschillend over deze grondstof en ik kwam tot de conclusie dat het allesbehalve een duidelijke zaak is. Daarom ben ik wat dieper ingegaan op de mogelijkheden cash, goud en aandelen. Door een paar simpele rekensommen en een concrete mogelijkheid om in goud te beleggen probeerde ik nu wel tot een duidelijke conclusie te komen.

Tracker

Als je in goud wil beleggen dan heb je verschillende mogelijkheden. Je kan fysiek goud kopen, je kan in goudmijnbedrijven beleggen, misschien kan je in goudfutures beleggen maar het makkelijkst is misschien nog wel het beleggen in een fysiek goud tracker. Als voorbeeld zullen we de RBS Fysiek Goud Tracker gebruiken. Deze tracker volgt zo goed mogelijk de koers van goud waarbij er fysiek goud wordt ingekocht en bewaard.



Kosten

De tracker brengt wel kosten met zich mee. Als eerste worden er 0,29% beheerskosten in rekening gebracht. Daarnaast betaal je 0,2% bewaarloon en ook de belastingdienst zal nooit haar onderdanen vergeten dus 1,2% vermogensrendementsheffing zijn we ook kwijt. De totale waardedaling van je vermogen zal dus jaarlijks 1,69% zijn waarbij we ervan uitgaan dat goud nooit onderhevig is aan inflatie.

Alternatief Cash is echter wel onderhevig aan inflatie en ook hier zullen we vermogensrendementsheffing moeten betalen. Daar staat echter tegenover dat we wel 2,5% spaarrente ontvangen. De som is dus: 2,5% - 1,2% - x% inflatie. De waarde van je vermogen zou in principe dus kunnen groeien.

Cash of goud

Als we nu de beiden alternatieven in een som vergelijken dan krijgen we:
2,5% - 1,2% - x% = -1,69%
x = 2,99%
De inflatie moet dus groter zijn dan 2,99% per jaar om beleggen in de RBS Fysiek goud tracker te rechtvaardigen.

Aandelen

Bij aandelen kunnen we een soortgelijk sommetje maken. Hier hebben we ook te maken met 0,2% bewaarloon, 1,2% vermogensrendementsheffing en x% inflatie. De opbrengsten van aandelen komen echter uit een dividend- en koersrendement. Dit zullen we y noemen. De waardestijging/daling van het vermogen in aandelen is dan: y% - 0,2% - 1,2% - x%.

Aandelen of goud

Bij het vergelijken van deze twee alternatieven krijgen we de volgende som:
y% - 0,2% -1,2% -x% = -1,69%
x% = 0,29% + y
De inflatie moet hier groter zijn dan het rendement op aandelen + 0,29%. Als we dan uitgaan van 8% rendement op aandelen wat over lange perioden in het verleden is behaald dan moet de inflatie dus hoger zijn dan 8,29%.

Conclusie

In beide berekeningen moet de inflatie fors zijn om een belegging in de RBS tracker te rechtvaardigen. Een inflatie van 3% is zeker mogelijk in de komende jaren maar het is ook zeer goed mogelijk dat de rente op spaarrekeningen binnenkort stijgt en dan zal de inflatie nog hoger moeten zijn om een belegging in goud te rechtvaardigen.

Een keuze tussen aandelen of goud is wat mij betreft duidelijk. Ook al mogen we er niet zomaar van uitgaan dat we jaarlijks 8% rendement op aandelen behalen, aandelen hebben voor mij de voorkeur. Daar komt nog eens bij dat we ook niet weten of goud overgewaardeerd is om de doodeenvoudige reden dat het onduidelijk is wat de waarde van goud is.

Met vriendelijke groet,

Jaap van Duijn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten